2009. crox 277-5. Brainbox, tweede editie, unit 5. Dat is Bart Dhaluin, Gerd Ververs en Reinhard Doubrawa (DE).
Fragmenten uit de brainboxblog:
zaterdag 17 januari 2009
Timmeren, staren, draaien, dweilen, een inventaris van werkwoorden.
Ververs dweilt, Doubrawa timmert. Bart staart naar de houtkachel en draait een sigaretje. Hout, water, wind, vuur.
De
tweede editie van Brainbox is een brede en trage stroom. Geen
spektakel, er is geen spektakel. De abrupte en grootse interventies die
van de eerste editie van Brainbox een historische gebeurtenis maakten.
Ik citeer De Morgen. In de vulgarisatie van wat wereldwijd gebeurt is
dit dagbladvoer bij de term historisch aanbeland. Miskleun? Farce? Het
blijft achterwege. Alles is historisch. Het vallen van de muur, het
heropbouwen van de muur, het meisje dat ze dood ranselden, ze pisten in
de mond van een gevangene, kak spuit uit de bek van het politieke
establishment, stront druipt van de vlaggen, de wapperende vlaggen van
het politieke establishment, zeikend storten de verkozenen zich te
pletter.
Hout, water, wind, vuur. Unit 5 beperkt zich tot het ritueel van de elementaire dingen.
Inhoud,
is dat buiten- of binnenkant? Met een lege fles over een lap deeg
rollen. En de grap: er is geen inhoud. Buiten- en binnenkant zijn
hetzelfde.
Argument: in de intussen lege fles hadden we een tempranillo, Pago de Ados. En het tegenargument, de dronkenschap van het vuur.
Zo stapt de krijger: van vuur naar vuur.
Gerd dweilt. Het kistje, waar Doubrawa mee bezig is, is voor de dataprojector.
zondag 1 februari 2009
In Heimelijke vreugde van A. L.
Snijders lees ik met mondjesmaat. De stukjes van Snijders - het zijn
stukjes die hij voor de weekendeditie van de Deventer Dagblad Combinatie
schreef - zijn het product van een fijnzinnig stilist. Op bladzijde 44
(een envoie aan de hoofdredacteur van de Deventer Dagblad Combinatie)
citeert hij Man Ray: 'Ik ben niet geïnteresseerd in vakmanschap. Het wemelt in de wereld van vaklui, maar er zijn maar heel weinig handige dromers.' Waar Snijders aan toevoegt dat het geen betoog hoeft dat hij het eens is met Man Ray: 'Daarom heb ik deze opmerking ook in een boekje genoteerd.'
De
fuif van gisteravond - 't was niet echt een fuif, we dronken bier,
stookten de houtkachel op tot het ding trilde - zorgt voor een trage en
moeizame ochtend. Ik lees wat in Heimelijke vreugde
en neem de inbox door, aanvankelijk met tegenzin want 't is altijd wat.
Geen televisie, geen radio, geen leeg gelepeld dagbladvulsel. Wel
herinner ik me dat Judith had gezegd dat we naar een film hadden kunnen
kijken.
Dat gedoe met youtube gaat gauw vervelen.
Reinhard belt me. Alles goed, vraagt hij. Alles goed? Wat moet een mens daar op antwoorden. Met Snijders: 'op een ochtend wordt de wereld wakker en haar plaaggeesten zijn verdwenen, de mensen zijn weg.' (elk stukje van Snijders heeft meer van dit soort zinnen: 'opluchting. Niet meer alleen.')
En hoe het met Brainbox zit... Reinhard wil weten hoe het Brainbox zit,
ha ha ha. Hoe het met Brainbox zit. Straks is er een pannekoekenfeest,
zeg ik. (Reinhard schatert) De fuif van gisteravond werd wat we dachten
of in elk geval wat we verwacht hadden terwijl we natuurlijk net zo goed
wisten dat je geen verwachting hebben moet. Zit je toch maar nodeloos
te piekeren.
Gisteren kwamen Daniëlle en Annelouk een kijkje
nemen. Lieve, het zusje van Annelouk, lag veilig opgeborgen in een
wagentje. Straks zitten ze in Australië, de hele familie. Daniëlle heeft
een zus die in Adelaide woont. Volgende week is er een afspraak met
Stefaan en Steffie. Uitzoeken hoe ze unit 7 aanpakken. Daniëlle in het
withete zonlicht aan de zuidkust van Australië, Steffie en Stefaan in de
frigobox van de witte ruimte. Daniëlle werkt wel vaker op die manier.
Na Australië heeft ze een afspraak in Groningen met kunstenaars die op
dat moment een project in Ijsland hebben. Long distance. We keken naar
filmpjes van Barbapapa en beertje Collargol, Annelouk is er gek op.
Daniëlle is er mee opgegroeid. Bart en schrijver dezes zijn van de
generatie van Kapitein Zeppos. Later is er beertje Collargol van
Jiskefet. Vraagt Annelouk zich af wat dat vuur daar hangt te doen. 'Het
zit aan elkaar vast,' besluit ze. Het dak en het vuur.
Het recept
heb ik van m'n grootmoeder. Meel is het basisingrediënt. Wat voor soort
meel je gebruikt, doet er eigenlijk niet toe. Zelfrijzende bloem,
tarwe, spelt of boekweitmeel, het eindresultaat is een sluier van deeg
die zo dun is dat een zucht volstaat, het smelt op de tong.
Het hele
idee is dat je het deeg zo dun en consistent maakt dat het op dik water
lijkt. Mijn ervaring met pannekoekendeeg is dat je het zo waterig kan
maken als je maar wil, zolang je er maar voor zorgt dat het binnenin dik
en elastisch blijft.
Zout, gesmolten boter, vanille of suiker, het
eigeel van minstens 3 eieren (hangt van de hoeveelheid meel af), alles
traag dooreen mengen. Het is belangrijk dat het traag en snel gebeurt.
De specie traag dooreen mengen, traag maar met een snelle beweging, daar
gaat het om. De boter en het eigeel maken het deeg gladder. Breng het
deeg op smaak met een vlok kaneel, eetlepel. Klop het eiwit op tot het
stijf staat als sneeuw. Roer het eiwit door het deeg zonder het deeg aan
te raken.
We staren naar de houtkachel. Bart had alles bij wat
we nodig hebben. Judith springt binnen, wat later Melanie. Els en Ide
komen er bij zitten. Het wordt een trage dag, we kijken naar Playtime
van Jacques Tati en drinken koffie. Jan springt binnen.