De Morgen: Kunstgrepen. Dag en nacht (Phill Niblock, Jens Brand, Zjuul Devens - januari 1996).
Met 43 /Schilderkunst Hedendaags Belgisch/ (november 1997).
Exit 1997, een druk jaar voor de hedendaagse kunst (januari 1998).
Intimiteit versus crash. Solo projecten van Lieve Dhondt en Wendy Hirschberg (april 1999).
Recensie over het instalraam van Anne Maes (december 2009).
LL nodigt Croxhapox uit voor een project in CC Strombeek-Bever (Brussel, februari 2000): Carte Blanche aan Croxhapox. Hans bereidt het project voor en selecteert Dirk Zoete, Jan De Cock en Anton Cotteleer. In oktober 1999 verdwijnt hij naar Spanje en het nieuwe crox-team werkt het project af.
DAG EN NACHT - kunstgrepen, januari 1996, De Morgen. Recensie waarin projecten van Experimental Intermedia en Croxhapox onder de loep genomen worden. Over Croxhapox: De vzw Croxhapox in Gent maakte naam met zogeheten 'instalramen', vitrines die dag en nacht de kunst op straat brengen. Momenteel is een mooi dubbelspel te zien in twee tegenover elkaar gelegen etalages in de Onderstraat. De Amerikaan Phill Niblock toont een ingenieuze transpositie van toeristische dia's die hij door middel van de computer op een dekonstruerende manier laat zien. De Duitser Jens Brand neemt het andere raam voor zijn rekening met een tragikomisch en tergens spel tussen een inzoomende camera en een mis- en verleidend cirkelvormig, oranjekleurig stickertje op het raam. De gevoelige autofocus reageert op elke passage en verandering van licht. Het permanent veranderende beeldresultaat levert een ongekende kleurenwemeling op./ Aan de overzijde van de straat is Zjuul Devens gastheer met een tweedelige bijdrage. Aan de ene kant is een soort kijkdoos geïnstalleerd met een petieterige graftombe van een kikker en daarnaast vindt een monumentale diaprojektie plaats, die bij zonsondergang een verbluffend beeld brengt dat naar de tombe verwijst./ Boeiend is ook dat de organizatoren zoeken naar kunstenaars die het experiment met nieuwe hoogtechnologische media koppelen aan een diskussie over kunst en openbaarheid.
EXIT 1997, EEN DRUK JAAR VOOR DE HEDENDAAGSE KUNST - kunstgrepen, vrijdag 2 januari 1998, De Morgen. De recensie (pal naast een artikel over een toneelstuk van Woody Allen) kaart volgende evenementen en initiatieven aan: de grote zomertentoonstellingen in Kassel, Münster, Venetië en Lyon (LL spreekt zijn voorkeur uit voor L'autre, een project van Harald Szeemann); de blijde verwachting in Gent waar ze op het Nieuwe Museum van Hedendaagse Kunst wachten; Ann Veronicva Janssens in het MuHKA en de kunstmarktgevoelige privé-collectie van barones Marjon Lambert; het is de privé-sector, meent LL, die opnieuw de beste tentoonstellingen brengt: Annette De Keyser, galerie Meert-Rihoux, Zeno X, Micheline Szwajcer, Deweer Art Gallery (met werk van Panamarenko), galerie Jan Mot; Netwerk in Aalst blijft verbazen, dixit LL, met 'een puntgave prospectie van jong en minder bekend Belgisch talent' (Leen Voet wordt vermeld); in Gent Huize Jacobus en v.z.w. Croxhapox; in Brussel worden de tekortkomingen van het Paleis voor Schone Kunsten opgevangen door o.a. v.z.w. Roomade, v.z.w. Encore en Etablissement d'en Face ('Brussel wordt meer en meer dé plek, stelt LL, waar wordt nagedacht over architectuur'); andere zinvolle initiatieven: v.z.w. Constant, Argos, de Sint-Lukasstichting en het appartementenproject van Moritz Küng; in de hoofdstad bruist het van frisse ideeën; jammer, betoogt LL, dat je de grens over moet om het betere werk te zien: On Kawara in het Noord-Franse Villeneuve d'Ascq, Van Abbe die werk van Jan Vercruysse bracht; gaat uitvoerig in op het project en het oeuvre van Jan Vercruysse; tenslotte de opmerking dat 1997 een kunstjaar was 'waarin de middelpuntvliedende kenmerken van de beeldende kunst met verve werden onderstreept'; ziet geen bevredigende oplossingen voor nieuwe modellen in het politieke discours; kunst in openbare ruimte blijft problematisch; besluit met een reikhalzend uitkijken naar de tweede editie van Manifesta in Luxemburg.
MET 43 - kunstgrepen, 28 november 1997, De Morgen. De schilderkunst is opnieuw springlevend. Wie had dat nog verwacht in deze tijden gedomineerd door de obsessie voor de nieuwe media. Croxhapox is een Gentse vzw die de belangen behartigt van kunstenaars die nog niet zijn doorgestroomd naar de musea. De manier waarop Kristel De Buck en Hans Van Heirseele hun huis openhouden voor het tonen van jonge kunst, getuigt van veel moed. Dit soort initiatieven verdient aandacht omdat precies in deze niet-commerciële tentoonstellingsruimtes zuurstof wordt toegediend aan een bijwijlen verstarde museale kijk op kunst.
Momenteel biedt Croxhapox onderdak aan 43 schilderijen van dertig Belgische kunstenaars. De werken komen niet uit collecties en zijn in principe te koop tegen een nulprocentregeling. De koopsom gaat met andere woorden integraal naar de kunstenaar.
Op het eerste gezicht is het een allegaartje met werk van bekende en minder bekende kunstenaars, maar wie de tijd neemt door het huis te lopen, maakt kennis met een boeiend ensemble. Het begint mooi met een schitterend werkje van Dan Van Severen. Het blijft fascinerend hoe Van Severen via het motief van een kruis de naaktste elementaire tekens beeldend ombuigt tot haast meditatieve iconen. In deze kamer valt ook nieuw en klein werk op van Bart Baele en een schilderij met abstract-zelfstandige verfstroken van Ignace De Vos.
In een andere kamer hangt dan weer een schitterend vroeg werk van Roger Raveel (Cactus uit 1963-65) en het krijgt gezelschap van 'harde' composities van onder andere Anne-Mie Van Kerckhove en Jürgen Voordeckers. Van Karel De Meester is een sereen pikzwart werk te zien met een abstract teken in vernis tegen een grondlaag bétume, dat hier prachtig accordeert met de verzadigde monochromen van Marc Angeli.
Niet alles is even serieus in Croxhapox - zo houdt het zonderling zelfportretje van Herr Seele (1981) alles ludiek in de gaten (en onder schot) als een knipoogje naar één van de statements van deze tentoonstelling waarin wordt gesteld dat de 'communicatie tussen de werken van het grootste belang blijft'. LL
INTIMITEIT VERSUS CRASH - kort, vrijdag 23 april 1999, De Morgen. Galerie Croxhapox in Gent houdt er met één tentoonstelling per maand een hels tempo op na. Deze keer bracht Croxhapox-bezieler en kunstenaar Hans van Heirseele twee tegengestelde presentaties bij elkaar. Het werk van de Amerikaanse Wendy Hirschberg (1955) is er één van en bestaat uit kleine, vrij brave en traditioneel gepresenteerde assemblages. Hirschberg beeldt met onder andere gevonden materiaal geësthetiseerde crashes uit tussen vliegtuigjes of autootjes. Die blijven mooi om zien, maar ik heb de indruk dat deze knusse modellen snakken naar een groter formaat, dat de huiskamer ver achter zich laat. Op zich roepen de dingetjes namelijk geen drama op - ze behoren qua 'stijl' en uitvoering al evenmin tot het betere werk dat we kennen uit de jaren tachtig van kunstenaars als Ashley Bickerton. Er zit iets scheef, wellicht omdat de intimiteit van de assemblages niet overeenstemt met het, overigens bleke, thema: het failliet van de American Dream.
Anders en beter is de tentoonstelling van de Gentse Lieve D'hondt (1963). Het is een reeks van prachtige collages en tekeningen die zinspelen op een vortdurende recyclage van beelden. Die komen uit haar, inmiddels grote, oeuvre en worden gecombineerd met materiaal uit populaire magazines. Centraal op haar expositie staat een video zonder geluid waarop de zinnetjes 'What about time' en 'What about silence' keer op keer verschijnen. De felwitte, beeldloze stills tussen de projectie van de citaten beschouwt zij als licht, een lamp of gewoon: als een wit shcerm. In de hoek van de kamer staat een stoel waarop je kan reflecteren over die veelzeggende, 'minimale' zinnetjes.
De productie van D'hondt zoekt geen spektakel maar laat de meest uiteenlopende beelden als het ware imploderen, met als resultaat een epos over haar kunst en over wereldse zaken, waaronder een reeks zwembaden en hotelkamers. Op grote bladen kleeft ze gekopieerde sequenties uit haar vroeger videowerk, ordelijk naast elkaar als een nieuwe opeenvolging van beelden in zwart-wit. Op die manier creëert ze afstand tot haar artistiek verleden.
Die strategie wordt nog duidelijker in werk waarin ze beelden uit haar video's schematiseert in tekeningen met een pseudowetenschappelijk trekje. D'hondt analyseert en registreert heel nauwkeurig en per thema wat ze ziet op haar videofilms. Ze combineert die informatie met woorden of stukjes van woorden. Kunst is gebaseerd op codes - het is fascinerend om die codes af te tasten en af en toe te kraken.
Een van haar mooiste werken is een tekening die ooit een indrukwekkende muurinstallatie moet worden. Een grote metalen plaat wordt dan de drager van een transparante vleugel in plexiglas die als een boek in de ruimte uitwaaiert. Rond dat werk worden zes rode contouren getrokken, die de ruimtelijkheid benadrukken. Op de prachtige tekening is een citaat te lezen dat tot ieders verbeelding kan spreken: 'It was certain because of the distance." D'hondt bewijst zo haar talent om met minimale middelen tot een subtiele inhoudelijke gelaagdheid te komen. LL