De praatjesmaker. Hij praat over de dingen die hij zou willen doen. Je hoort hem beweren dat hij vierduizendvijfhonderdzessentachtig schilderijen geschilderd heeft. Kent een heleboel luitjes die voor belangrijk doorgaan en spreekt hun namen uit met overdreven bewondering, de valse bewondering van iemand die niet weet waarover hij het heeft. Hij is in Italië geweest, in Venetië, de Biënnale, Documenta, die van Hoet, die van David, hij is een groot bewonderaar van dit soort spektakel-evenementen. Hij gebruikt namen, omdat hij er zelf geen heeft. Is niet geïnteresseerd in het werk van wie geen naam heeft. De praatjesmaker bestaat in talloze variaties. Het is het halftalent dat zijn/haar ontbrekende helft invult met illuster en illusoir discours.
De ambachtsman. Hij of zij is van nature tegengesteld aan bovenvermeld type, maar net hierdoor is er een bizarre affiniteit en ze hebben alvast 1 aspect gemeen: het ontbreken van wat voor vorm van discours ook. Dit type heeft een overdosis aan praktisch vernuft en zit zonder andere invalshoek. Het metaforisch aspect van het werk is vaak niet veel meer dan een truukje om het gebrek aan inhoud te verdoezelen. Als subtype is het van toepassing op allerlei andere types, mits we het dan over communicatie en inhoud hebben, zaken waar het de ambachtsman niet om te doen is. Op inhoudelijk vlak, of, met andere woorden, zodra zich een andere impuls voordoet dan het louter ambachtelijke, is er het ritueel; de handeling zelf wordt materie.
Het middenstanderstype. Het is grotendeels op dit type dat het kunstenaarsstatuut van toepassing is. Het middenstanderstype bakt en kakt kunstwerkjes bij de vleet, consumentvriendelijke productie is het Leitmotiv. Het is een type dat grossiert in prijskampen, van Bredene over Brussel tot Bree. Is vaak op een aardige manier getalenteerd, zelden in zo'n mate dat het van kijkgenot pijn doet aan de ogen. Een heel erg altruïstisch type dat het beste voor heeft met zijn klienteel, kaderfabriekjes frequenteert en van elke scheet heel erg exact de marktwaarde weet. Denkt in passe-partouts. De kunstwerken die hij fabriceert ziet hij uitsluitend als product. Komt voor in alle sociale geledingen, in grootsteden en op het platteland. Doet het heel erg goed aan de Belgische kust, Heimat ohne Ende van de Middenstandersrepubliek.
De kenner. Zou zonder het korset van zijn/haar lijfelijke en riekbare maar voorts volstrekt onbruikbare ernst uiteenspatten van boekenwijsheid, namenkennis en algemene kunstbijbelgeleerdheid. Neemt het leven en lijden des kunstenaars zo ernstig dat het vaak ook voor de omstaander pijnlijk wordt. Veel omstaanders heeft dit type overigens niet, een geluk bij een ongeluk: elke afwijkende of op wat voor wijze iets te frivole opmerking voelt voor hem/haar aan als een verplettering. Hij is de verpletterde. Geen praatjesmaker hoewel hij aan dat type verwant is en het soms zelfs overklast in praatjesmakerij. Verpletterd door de zwaarte van het kunstenaarschap wentelt en kantelt hij de vege hersenpan in het ter plaatse rust van een leeghoofdige belangrijkheid.
Het type kent tal van variaties. Er is de plattelandskenner die verbaast met een spitsvondige maar niet helemaal ter zake doende opmerking over de belangrijkheid van die of andere kunstenaar of de belangrijkheid van actuele kunst in het algemeen zonder te beseffen dat de gesprekspartner, een belangrijk actueel kunstenaar, een rothekel heeft aan actuele kunst. Er is de kenner die de aan de buitenkant glad gestreken holle frasering schraagt met een of andere belangrijke functie. Meerdere van dit soort types samen domineren de dansvloer van het rondetafelgesprek. Er is de kenner pur sang, zij het in drie subtypes: hij/zij die op voortreffelijke en alom gewaardeerde manier uitpakt met allerlei weetjes maar gauw verveelt omdat hij/zij niet van ophouden weet; hij/zij die met één enkele houw van zijn/haar tot sabel geslepen hersenpan het discours in tweeën splijt en hierdoor binnen de kortste tijd vaak zonder valabele gesprekspartner zit; hij/zij tenslotte die zweert bij het inhoudelijke tot de inhoudelijke macht, gelijk aan nul en in die zin op van alles en nog wat van toepassing.
De Luidruchtig Zwijgende is een interessant subtype.