reeks

Geen reeks: een verzameling die geen verzameling is.
Het ronde huis, een huis met één muur.
In het huis dat uit één muur bestaat, een ronde muur, kan je geen schilderijen aan de muur hangen. Ronde dingen kan wel. Ook klein kan en langwerpig kan ook. Tenzij we aannemen dat de bewoners van het ronde huis dat uit één muur bestaat, een ronde muur, niet stil kunnen zitten, de hele dag van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat met dingen bezig willen zijn en heel af en toe, op winteravonden als het kraakt en vriest, door de neiging bekropen worden om eens iets te gaan doen dat geen enkel nut heeft: een schilderij maken. In het salon raken ze het niet kwijt, op de bovenverdiepingen evenmin. In het ronde huis wordt Rembrandt daarom nageschilderd op het bolle vlak van een ganzenei. Tuymans is een aardappelboer en loopt op klompen.

Van alles hooguit één ding bijhouden, één lepel, één broek, één deur, een tafel, één stoel, één stofje in de hoek van de kamer, één schoen: reeks.
Van één iets alles bijhouden: alle exemplaren van de eerste druk van Over Vorm. Of niets. Ook een reeks.

Soms onstaat een reeks toevallig. Op zaterdag 22 mei 1999 trof iemand op de rommelmarkt aan Sint-Jacobs een exemplaar aan van KAAS, de Querido-editie waarvan in 1969 een zestiende druk verschenen was. Die druk. Mosterdgele kaft, op de voorzijde: Willem Elsschot (zwarte), Querido (witte) en Kaas (weer in zwarte letters). Hij opende het boek op de titelpagina, draaide het door z'n schrijfmachine, dat bleek aanvankelijk niet te willen lukken, en schreef: 'Rommelmarkt Gent, aan Sint-Jacobs. Er aangetroffen door Hans van Heirseele op zaterdag 22 mei 1999.' Anderhalf jaar later trof hij in Oostende een exemplaar aan van dezelfde mosterdgeel gekleurde zestiende editie. Over de rug heen, onderaan, is een wit aangebracht: ELSS staat er. Op de voorzijde, rechts bovenaan, is een reepje tape waarvan de randen smerig worden door de vele handen en vingers die het boek hebben aangeraakt. Hier staat Els / 4.3a, wat over de bovenste helft van de W van Willem kwam te staan. Het boek heeft deel uitgemaakt van de KLBO of Campus Kattenberg, ook dat staat op de voorzijde te lezen, een filiaal in de Sint-Amandstraat te 9000 Gent, op huisnummer 92. Het werd er aangekocht of afgevoerd in 1999. Dit vignet vermeldt onderaan de volstrekte overbodige mededeling Kaas, wat immers al op de voorzijde staat. Binnenin, op de voorflap, is een schat aan informatie. Eerst en vooral worden auteur en titel van het boek nogmaals vermeld, bovenaan de bladzijde. Onderaan staat dat het boek in Amsterdam uitgegeven werd en het jaartal stemt exact overeen met het jaar waarin de zestiende druk op de markt werd gegooid. Interessanter is de stempel die zich vlak onder deze gegevens bevindt: Middelbare Normaalschool Eeklo staat er. De rospaarse stempel is flauw in het boek gezet. Hieruit valt af te leiden dat ze in de bibliotheek van de Middelbare Normaalschool van Eeklo toen ongetwijfeld geen geld hadden om zich een nieuw vloeibakje aan te schaffen. Midden de bladzijde is nog een stempel, een ronde dit keer, met zo weinig kracht tegen het papier aangedrukt dat de mededeling slechts met grote moeite te ontcijferen is. Bovenaan links werd eerst 80.3 ELS. 4.3a geschreven, met blauwe balpen, en daaronder schreef iemand met een zwarte stift waarvan de punt heel erg fijn is: 1999/23962. De huidige bezitter sloeg het boek open, draaide het door de schrijfmachine, wat weer dreigde te mislukken, en schreef: 'Dit boek kwam in het bezit van Hans van Heirseele op zaterdag 23 september 2000, omstreeks het middaguur. Het werd aangetroffen in het Kringloopcentrum te Oostende, onder het hoofdding Ndl. Auteurs.'
Twee boeken, een reeks. De reeks maakt deel uit van het project Verzamelwoede (2007) in Abdij Maagdendale te Oudenaarde.

De blauwdrukken van Maria Blondeel (crox 17/crox 30/crox 57): definiëren van plaats en tijd. De blauwdrukken zijn een gestolde beweging: daglicht beweegt om een voorwerp heen en laat een afdruk na. De blauwdrukken zijn telkens een reeks, zo goed als altijd gekoppeld aan de ruimte waar het werk gebracht wordt. Alle projecten samen vormen een reeks.
Nog zo'n frappante reeks: de zelfportretten van Ruth Mentens (crox 40). Door de vreemde distorties is elk zelfportret anders, door de manier van tekenen is elk portret volstrekt identiek. De lijnvoering is identiek, de blik is identiek, de compositie is identiek.

De schetsen en tekeningen van Hugo De Smaele hebben letterlijk het onder andere bij Mozart gebruikelijke Theme and variations als uitgangspunt. De terminologie van de titels ontleent hij aan het bij muziekwerk gebruikelijke jargon. Bij Herman Baeten bestaat de herhaling, en hierdoor de serie, uit het telkens opnieuw over elkaar aanbrengen van als compositorisch element bedoelde linosnedes.

De camping cars en de plattegronden van Ward Denys (crox 75). Ook weer zo'n reeks. De plattegronden hebben een Pereciaanse referentie: het zijn hotelkamers zoals Ward zich die hotelkamers herinnert. Elke plattegrond is een tegel en elke tegel staat voor een moment.