crox 17, copy art project nr 5 (1991). In het Gentse straatbeeld tijdens zomer 1991.
crox 33, solo project (1995). Tekeningen.
crox 51, Open Deuren (buurtproject) (1996). Schilderijen. De presentatie is in een garage. Het is de eerste keer dat hij alleen met schilderijen naar buiten komt.
Treedt eind 1996 toe tot het crox-team. Van eind 1996 tot juli 2000 wordt het artistiek beleid van croxhapox bepaald door het crox-team. Andere leden zijn Kristel De Buck, van, Guido De Bruyn en Sjoerd Paridaen.
crox 70, Schilderkunst Hedendaags Belgisch (1997).
Begint een groepje, samen met van en Merlyn Paridaen, The Singing Painters.
crox 81, mailart instalraam (1998). In de voortdurend wisselende display (het is na Art Machine (crox 1) wellicht het meest informele project van croxhapox) figureren ook enkele stukken uit een mailart correspondentie tussen Michaël Borremans en van.
Stapt eind 1998 uit het crox-team.
Publicatie van twee crox-cards, Nrs. 7 en 8. Later volgt 19, alles intussen uitverkocht.
crox 93, solo project (1999). The Fetish. Derde solo project (het tweede vindt in Voorkamer plaats in 1997). Schilderijen. Recensie Edith Doove.
crox 104, de eerste 10 (2000).
crox 110, BASICS 1 (2003). Tekeningen.
crox 145-I, BASICS 2 (2005). Een maquette.
Naast schilderijen en tekeningen begint MB zich op film toe te leggen.
Treedt begin 2006 opnieuw aan als bestuurslid.
crox 145-II, sequel BASICS 2 (Oudenaarde) (2006).
crox 188, BRAINBOX#1 unit 4 (2006). Trio met Tinka Pittoors en Dirk Zoete. Anarchistisch ploegen.
The Resemblance, twee crox-cards, nrs. 70 en 71 (2006).
The Resemblance (2006)
crox 446, BRAINBOX#3 unit 1 (2013). Trio met Miet Warlop en Hannelore Van Dijck.
crox 477, VERF NA VAN EYCK (2014). Michaël brengt een klein werkje in, een ogenschijnlijk abstract werkje, het motief van de vloer in Mezzogiorno, een Italiaans restaurant vlak bij het Baudelopark, iets wat hij midden jaren negentig schilderde.
Eind 1984 heeft Michaël zijn atelier op de eerste verdieping van Beverhoutplein 7. Dankzij Michaël komt van eind maart 1985 in hetzelfde pand terecht. Dat ze in hetzelfde pand wonen biedt geen overlast. van geniet van de improvisaties op elektrische gitaar die zijn benedenbuur af en toe te berde brengt en Michaël verbaast zich over de improvisaties die de bovenbuur in petto heeft. Eind jaren tachtig is er in Gent geen vuiltje aan de lucht.
Uitnodiging crox 33 (december 1995). Net als bij de andere crox-solo's uit die periode is er een korte tekst aan toegevoegd: Tegenwoordig wordt bijna uitsluitend belang gehecht aan de betekenis, aan de inhoud, aan de maatschappelijke en historische relevantie van het kunstobject./ Het formele aspect wordt min of meer fanatiek als een formaliteit van de hand gewezen. Eerst de inhoud, dan de vorm. Of, om het anders uit te drukken: zonder formeel historische duiding is het kunstwerk, nog voor de kunstenaar het uitvoert, veroordeeld tot een niet begrepen worden, incommunicatie./ Anderzijds blijft van een werk na verloop van tijd niet veel meer over dan z'n vorm. De betekenis, wat voor betekenis ook, is veelal tijdelijk. De inhoud raakt zoek, gaat verloren, reist mee met de tijd, wordt door de tijd ontluisterd./ Wat overblijft is wat eerst als louter formeel werd beoordeeld, de enige niet fossiele betekenis die het werk hebben kan: het voorwerp zelf.
Edith Doove in De Standaard (10 maart 1999): *Een bijzondere combinatie in Croxhapox, waar tekeningen van Marc Maet en schilderijen van Michael Borremans te zien zijn. Op twee verdiepingen wordt onafhankelijk geprogrammeerd, maar soms vallen de twee tentoonstellingen mooi samen en dat is nu zeker het geval. Michaël Borremans brengt een nieuwe reeks schilderijen die allemaal rond het idee van de fetisj draaien. Elk schilderij toont een voorwerp of lichaamsdeel dat op symbolische of directe manier aan die omschrijving voldoet. Fetisjeren betekent voor Borremans iets op het dodelijke af liefhebben. In die zin is een afbeelding van een nietmachine symbolisch op te vatten: zij houdt de dingen letterlijk muurvast, verstikt ze. Opvallend in deze reeks is het herhaalde gebruik van cadmiumrood. Nu eens is een voorwerp, zoals de nietmachine of een paar laarzen, in die merkwaardige kleur geschilderd. Op andere momenten ligt het geheel of gedeeltelijk als een filter over het beeld heen. Terwijl je op je as ronddraait en de schilderijen rondom je bekijkt, schiet dat rood steeds opnieuw je oog binnen. In het ruimtelijke gebruik van zijn schilderijen ligt zeker Borremans' kracht. Ze kunnen op zichzelf staan, maar zijn vooral sterk in hun combinatie. Zie metro (februari 1999) en Kunstbeeld (december 1995).
De naam Borremans komt voor op een door Rein Willem Gloudemans voor de catalogus van En Passant gebruikt doodsprentje. Dat Gloudemans niet van het bestaan van Borremans op de hoogte kan zijn geweest, wordt afdoende bewezen door het jaartal waarin de crox-catalogus gepubliceerd werd: 1991 (4 jaar voor Michaël Borremans een eerste keer solo in de croxruimte aan bod komt). Of Gloudemans het doodsprentje aantrof in het stadje waar het vandaan komt, is onduidelijk. Ziehier de volledige tekst: IL MAGO DELL'ANDALUSIA / tutti lo imitano, nessuno lo supera (vrij vertaald: de Andalusische Magiër / iedereen imiteerde hem, niemand overtrof hem) / Riceve ad AGRIGENTO (...) / Riceve a CALTANISSETTA / il Mercoledi dalle ore 9 alle 13 e dalle 16 alle 19 / VIA BORREMANS, 179 - Palazzo La Placa / (accanto distributore AGIP) / Per appuntam. Tel. Tutti i giorno al (0934) 26889. / En onder de foto van de overledene: ALFIO LEONE esorcista astrologo carismatico.
In Caltanissetta, helemaal in het zuiden van Italië, is een Borremansstraat. Betreffende naamgeving zou met een kunstenaar te maken hebben die in de 17de of 18de eeuw in Italië verbleef.
H-art 122 (februari 2014). Een begenadigd speler, auteur: Hans Theys. Voorbij halverwege komt het op croxhapox: Ik vraag hem iets te vertellen over Croxhapox, een experimentele kunstruimte in Gent waar hij zelf zijn eerste belangrijke tentoonstelling heeft gehad. "Croxhapox is een goeie en noodzakelijke plek voor jonge kunstenaars om te experimenteren of te tonen, zonder dat het commercieel moet zijn. Het is een vrijplaats. Soms is het resultaat schitterend, soms mislukt het totaal, maar dat moet ook kunnen. Het is een kweekvijver, een ideale plek voor jonge verzamelaars om te komen scouten. Ik vind wel dat ze een beetje meer aan hun public relations moeten werken."
Wat verderop: "Ik hang niet graag kunstwerken aan de muur. Stel je voor dat je met zo'n straf werk van Neo Rauch moet leven. Het zou veel te aanwezig zijn. Neen, ik hang liever een stukje karton aan de muur, of een CD. Of dit vodje." (Hij houdt een oud pannenlapje omhoog en laat het een beetje fladderen.) "Gombrowicz heeft een kortverhaal geschreven over een spookkamer waarin zo'n vodje aan de muur hangt. 's Nachts begint dat vodje te sidderen."
opmerking Michaël bedoelt Opetani, pas in 1977 door Erven Gombrowicz gepubliceerd (Ed. Stock, Parijs 1977) en in het Nederlands vertaald als De Beheksten (Polak & Van Gennep 1990), geen kortverhaal overigens maar een in 1939 in Polen gepubliceerd feuilleton. De flaptekst van de Nederlandse editie vermeldt het volgende: 'Pas in 1969, kort voor zijn dood, maakt Witold Gombrowicz melding van het in 1939 door hem in Polen gepubliceerde feuilleton De Beheksten. In de Gesprekken met Dominique de Roux, zijn verkapte autobiografie (1968), rept hij nog met geen woord over het bestaan van dit boek dat in de maanden juni, juli en augustus 1939 onder het pseudoniem Z. Niewieski tegelijk in een ochtend- en avondblad werd gepubliceerd.' Op wikipedia lees ik dan weer dat Witold Gombrowicz in augustus 1939, vlak voor de Duitse inval in Polen, naar Buenos Aires vertrok, waar hij het aanvankelijk zo moeilijk had dat hij begrafenissen afschuimde om aan eten te komen.
In 2005 en 2006, vaak tijdens de repetities van The Singing Painters die altijd bij Michaël thuis plaatsvonden, hadden we het over Gombrowicz. In de Zwirnercatalogus uit 2006 gebruikte ik overigens de eerste zin van Cosmos als Leitmotiv, aangetroffen in de door Grove Press verzorgde Engelse vertaling uit 1985: 'BUT let me tell you about another, even more curious adventure.' Ook in een latere publicatie, Whistling a Happy Tune (2008), is een fragment uit Gombrowicz, uit Ferdydurke dit keer.