blogspot

1. www.crox-box.blogspot.com
logboek
De crox-blog komt er na een opmerking van Thomas Bogaert. Hij herinnert van aan de teksten die laatstgenoemde schreef voor de eerste editie van het brainbox-project en suggereert het idee om op zelfde manier over de crox-activiteiten te schrijven. van laat er geen gras over groeien, nog diezelfde dag, 19 april 2007, begint hij aan de crox-blog.

2. www.hildevancanneyt.blogspot.com
gesprekken met kunstenaars, een column /sinds november 2008/

3. Het logboek van het brainbox project. Twee edities. Terug te vinden bovenin de pagina met links.

4. Remember To Forget The Congo, het project van Adam Geczy (AU), mei 2010. Bijdragen van Marc Coene, van en Adam Geczy. Terug te vinden in de Timetable.

de crox-box /een korte handleiding/

donderdag 5 augustus 2010
Crox-encyclopedie. Vertalingen SVR. Van Ryssen vertaalt de encyclopedie naar het Engels. Is het omgekeerde gewoon. Specialist. Onlangs nog een turf van 700 blzzz. Had het hele ding binnenstebuiten te keren. Een wasmand vol bruine strepen. Voer voor nerds en lui die brommen voor het beeldscherm. Met de encyclopedie andersom, letterlijk, de tekst moet in een idoom met een grammaticale context die niet z'n moedertaal is. Z'n vader's evenmin. Zolang hij maar geen poëzie voorgeschoteld krijgt. Daar worden de grijze celletjes nog grijzer van. van begon tijdens de zomer van het jaar 2004 aan de encyclopedie te schrijven. CarianaCarianne zei dat ze het een sterk idee vond, Kapitein Coene leverde de structuur. De Urtext geeft ook wat fragmenten in het Engelse idioom en lappen waar van beide talen combineert. Een tweede taak dus, naast het vertalen van de in het Nederlands geschreven hoofdbrok, de Engelse stukken in proper Nederlands omzetten. Voorbeeldjes hiervan: green, crox-poem, train, America, Verwée. Ook van zit niet stil. Updates van de Urtext. Het overhevelen van de encyclopedie van oude naar nieuwe structuur, wat in z'n geheel gebeurde, een kunstige ingreep van Luc Pieters, had voor nogal wat gaten gezorgd. Stucwerk. Zo'n encyclopedie is ook nooit helemaal volledig. In de Brittanica, om maar een voorbeeld te geven, ontbreekt Capello, een Venetiaans admiraal, vijftiende of zestiende eeuw, door Titiaan vereeuwigd, bloedmooi, een verrukkelijk portret. In de Brittanica ontbreekt hij. Wel hebben ze er weet van een dame, zelfde époque, verwante naam, die haar minnaar vergiftigde. Zo zie je maar. Toen Capello aan het hoofd stond, verloor de Venetiaanse vloot alle partijen. Heen en terug, toen ging het ook al op die manier. Capello wist niet van de Brittanica af, die bestond nog niet, dat scheelt een slok op de borrel. Stel je voor dat je als admiraal beseft, op je oude dag: ik kom niet in de Brittanica. Maak je geen zorgen, Capello, wij staan er evenmin. En van veldslag gesproken. Gifmengers daarentegen. Het stamlokaal van insecten, larven, wormachtigen, lijken, uitwerpselen. Wat had je daar te zoeken, Capello. Kijk, luister, luister Capello, Capello, luister, ik heb een idee. /zie Capello/

vrijdag 30 juli 2010
Drie bladzijden over een moordpartij. In koeien van letters staat het op de cover: DE MORGEN DE MOEDER DIE ACHT VAN HAAR TIEN KINDEREN VERMOORDDE. Over het motief is voorlopig weinig bekend.

Sjoerd en Gwen overwegen om het abonnement stop te zetten. Wat De Morgen dag in dag uit doet, wat ze keer op keer, opnieuw en opnieuw op de voorpagina donderen, de rampen en tragedies waar ze maar niet uitgelebberd over raken, het bladzijdenlange gezeik over een ramp in Duisburg, en nu dit, het coprofagische sentiment van een zich als schurftige honden krabbend zootje lamme nullen die in De Stand der Dingen intussen zowat de status hebben van een zichzelf opetende hondendrol.

Over de cultuurbladzijden van De Morgen zijn we uitgepraat. Er valt geen zinnig woord over te zeggen. Het overlijden van Willem Breuker (1944-2010), vorig weekend voorpagina van de Volkskrant, hebben ze over het hoofd gezien. Ze hadden toen, als ik het goed heb, een exclusief interview met Tom Jones. Die term exclusief slaat in dit geval nergens op, meneer Tom Jones geeft de hele tijd door exclusieve interviews, de interviews van en met Tom Jones zijn zo ongeveer net zo exclusief als de prut van een hondenreet.

Waarom interviewen ze de buren van de dame die acht kindjes doodde? Wat moeten ze in dat noordfranse gat. Dat ze daar wegblijven. Het spaart op benzine. De paperazzi van het drama, het verdampt nog voor je de eerste woorden gelezen had kunnen hebben. 'Doodnormale moeder' staat er, lees ik. Zo beginnen ze aan dit soort stukjes: 'Voor altijd het dorp van die kinderlijkjes.' Dit soort riooljournalistiek hoort in het strafrecht thuis. Sensatie met de diepgang van een halve centimeter, meer is het niet. Net zo vaak weten ze niet eens waarover ze het hebben. Op maandag kaarten ze een pas ontdekt schilderij van Rubens aan, op dinsdag dat het niet van Rubens is. Een stuk over Fabre, ook weer zo'n lijkje, gaat makkelijk mee in de molen, het schurft betaalt er voor, dat scheelt een stuk. Het gladde ijs van de bekende dingen, glad zonder dat het ook maar 1 enkele centimeter opschiet. Troep ruimen.

Waar ze wel in uitblinken, merkwaardig genoeg, is ecologie. Het is het gekke met De Morgen, de drek druipt van je af, een of andere semi-literaire sekte heeft al het plan opgevat om je te reanimeren, en opeens, zomaar, terwijl je daar niet eens om vroeg, lees je een stukje over plankton. Plankton verdwijnt in snel tempo, staat er. Dat hadden ze net zo goed op de voorpagina kunnen plaatsen: het plankton verdwijnt. Een moeder en acht kinderlijkjes, het verdwijnt in het niets. /zie De Morgen/

donderdag 8 juli 2010
Ornette Coleman op Gent Jazz, een kwartet met Al Mac Dowell, Tony Falanga en Denardo Coleman.

Op een of andere radiozender hadden ze het over een uitverkocht concert. Kleine, kleine, kleuterachtige overdrijving, de keet zit niet eens halfvol. Tot aan de appelboom zitten we.

De set begint met een statement van Ornette op sax, z'n witte en beruchte vehikel van een halve nikkel. Tien seconden. Na de korte intro doet hij afwisselend trompet en sax. Tony Falanga opent het tweede nummer, op akoestische bass en met strijkstok. Het nummer gaat in slow motion. Ornette is bijzonder actief. Terwijl hij in Brussel, bozar 2008, nvdr, merkt de persoon die naast me zit op, meer aan de band overliet. Klopt. We hebben ook 1 bass minder dan tijdens dat fameuze Middelheim concert van jaartje eerder. Het derde nummer is in een swingend up-tempo. Ornette schakelt over op viola. 't Is punk jazz, 't is virtuoos, 't is fantastisch. En wat dit keer echt wel opvalt: Coleman exploreert nieuwe gebieden.

Track 4 begint met een duo van Falanga en Mac Dowell waar Denardo na sluitertijd met een trage roffel overheen rolt. Het trage tempo heeft een donker en erotisch aura. De tragiek, getemperd, de prachtige gezangen, pathos, verrukkelijk, het brullen, het geweeklaag, gekerm, de verwikkelingen.

Track 5 is verbluffend: een multiritmische verwarring, gestroomlijnde verwarring, een verwarring van, wat schreef ik, nu, hier, amper te ontwarren, van uitersten een verwarring, begin en eind, boven en ondervlak, binnenvlak en buitenkant, alles omgekeerd in een wervelstorm van sferen. Klanken die dwars door elkaar heen rijden en met van elke passagier een helft, soms het boven, soms het onder, soms het achter, soms het binnendeel, allemaal tegelijk aan hetzelfde perron tot stilstand komen waar alle klanken gelijktijdig tegelijk uit- en instappen. Ik weet niet of dit zelfs maar bij benadering aangeeft wat ik bedoeld had willen hebben.

6 begint met een pizzicato van Falanga, 7 is de cellosuite van Bach. In Middelheim, drie jaar geleden, barstte het publiek in luidkeels gelach uit, Denardo gaf een dreun op z'n basdrum, applaus ging over de weide. Dit keer is het zonder het gelach. En hoeveel keer mooier is het dit keer, zonder het gelach, het trage en donkere melo van de bass en het geluid van de sax.

Het volgende nummer heeft een fris en prikkelend bossa nova ritme. Iemand die naast me zit, maakt me attent op de schaduw van de hand van Denardo op de onderkant van het tentzeil. De schaduw van hand en drumstok is gigantisch uitvergroot en hangt pal boven het publiek.

Wat volgt, extase, eerst een blues, dan een heavy swing, dan nog een nummer, Falanga op strijkstok en telkens opnieuw, in elk detail, in elk onderdeel, in elk element Coleman die alle ingrediënten combineert. Ornette Coleman, het beginsel, de apotheose. Een uppercut. Het publiek is blij en uitgeteld.

vrijdag 4 juni 2010 (a) de notities in het schriftje, (b) de gepubliceerde versie

(a) Volle zaal. Kristof op boventoonfluit. N-P percussie. Y met strijkstok op een chinees tafelsnaarinstrument. Istanbul ter linkerzijde. Taiwan wildcoast ter rechterzijde. Istanbul: een baggerboot. The Game. N-P op gong. Rijstvelden, laten we het rijstvelden noemen. Ter rechterzijde: mensen die een vuur stoken. Anna, Olaf, Emily. In the game raapt de lady groene ballen. N-P danst slow motion crescendo meervoud. Yvan op boventoonfluit. N-P redresses, japon met rode heupband. Zingt. Istanbul, palmbomen, Taiwan. Licht projectie The Game op haar gezicht schrijdend in een lange jurk wat ze roept/zingt Chinees. N-P a.h. Chinese snaarinstrument. Fingerpicking, strijkstok, dansen met strijkstok. Taiwan shrub ter rechterzijde. Taiwan agricultuur ter linkerzijde. Inventory. The Game: de ballen gedragen zich als manen planeten. N-P rode jurk en zwarte collants als lange oren huppelt, springt. In The Game betreedt de figuur een tunnel. Wouter Cox, Stefaan Smagghe. N-P tegen de muur aangeplakt. Een zoemende toon, een dinosaurische hommel. De Bosporus ter linkerzijde. Rookpluimen. Mensen stoken een vuurtje. N-P snaarinstrument. Ze staat op een stoel. Verheviging. Rauwe klanken. Dissonanties. De ballen schieten heen en weer met lichtgevende schaduwen. Strandje. Het personage bevindt zich op een strandje. FIN. Het applaus een warm applaus. Celestes vraagt 'Waarom zijt gij een meisje?' Omdat ik zo ben. Omdat ik me zo voel. Frans Gentils springt nog binnen, ook. 'Zijn dat uw bretels?' Nee, dat is een topje. Een langpootmug. Emily, Celestes en Eran. Reverb: the life of a tone.

(b) Volle zaal. Kristof op boventoonfluit, Nan-Ping percussie, Yvan jaagt een strijkstok over de snaren van een vreemdsoortig snaartafelinstrument. Nan-Ping had uitgelegd wat voor instrument het was. Geen flauw idee. Ter linkerzijde een panoramische terugblik op Istanbul, rechts een vlammende travel langs de oostelijke kust van Taiwan. The game. Nan-Ping roffelt op een gong. Achterin het rijstveld staat een toren.