inmiddels

SMAKELOOS, VULGAIR EN GOEDKOOP - Fritz Van Den Heuvel (openingsrede crox 27)

 

 

STEUNENDE LEDEN (1995)

 

 

DE AVONTUREN VAN KAPITEIN KOPSTAND (openingsrede)

 

LEZERSBRIEVEN (auteur: Guido De Bruyn, 1996)

moeilijke naam Hallo, Ik ben een fan van CROXHAPOX (en daar ben ik fier op). In sommige cafés lachen ze wel met mij, als ik de moeilijke naam van Uw firma zonder stotteren probeer uit te spreken. Want als houder van een A1-diploma (houtbewerking) word ik natuurlijk niet serieus genomen. Alex weet toch niets van kunst! Maar ik voel het toch aan?! Bijvoorbeeld: dankzij jullie firma weet ik wat 'instalramen' zijn. Goed gevonden zeg. Doe zo voort. Maak nog vele ramen. Ik kijk er graag naar op wandel, en al begrijp ik er meestal geen fluit van, toch is Gent een beetje schoner geworden, dankzij Uw firma met de moeilijke naam. Doei, A. Stevens, Gent

Giftige zinnetjes Waarde crox-redactie, Ja ik ken de mosselman Ik ben leraar moderne talen in een meisjeslyceum, prettig gescheiden, amateur-vertaler, en niet onverdienstelijk snorkelaar. Maar neemt U mij dat alles niet kwalijk. Ik heb thuis een echte Raveel, waar ik niet echt van hou, maar dat hoeft ook niet, vind ik, bij hedendaagse kunst (het doek kleurt bijzonder goed bij mijn gordijnen). Om maar te zeggen dat ik oprecht begaanben met de inrichting van mijn woonkamer en de kunst in het algemeen. Via-via kwamen de activiteiten van CROXHAPOX mij ter ore. Sympathiek, dacht ik, tot op die bewuste avond./ Eind februari van dit jaar was ik aanwezig bij de opening van Crox 42, een tentoonstelling in Uw kelder. Ik was woest. Woest was ik, niet zozeer over de lamentabele kwaliteit van de tentoongestelde werken (daar laat ik mu niet over uit), maar over de burlesk bedoelde openingsact. Midden het publiek (een slordige mix van gearriveerde marginalen, dertigers en veertigers in een trendy outfit) zat een heerschap aan tafel mosselen te eten. Een act als appetizer voor de expo, dacht ik, al was de wijze waarop geschrokt werd niet bepaalde appetijtelijk (maar daar laat ik me nu niet over uit). Het gaat mij om wat er tussen de slurp- blurb- en schrokgeluiden door te berde werd gebracht. Het heerschap bracht luidruchtig een pastiche op het derde sonnet van Shakespeare. Look in mijn glas! klonk het (een bijzonder spitse trouvaille, dat moet gezegd worden -en voortaan kan niemand meer het vers Look in thy glass and tell the face thou viewest zo origineel vertalen). Ik noteerde beleefd gegniffel in de kelder, een enkele frons van een dwaas die enig verband zocht met de expositie, aanstekelijk gegeeuw dat achteraan begon en naar voren golfde, tot vlakvoor het mosseltafeltje. Waar het halt hield natuurlijk, want de protagonist van de avond, niet gehinderd door enige bescheidenheid, bleef maar mosselen in zijn strot, en stinkzinnetjes in de onze rammen. Stinkzinnetjes, want ik meende nogal wat scatalogische termen te verstaan, voor zover de mosselman, ook al niet gehinderd door een minimum aan dictie, verstaanbaar was. Over verse drollen ging het./ Humor, jongens en meisjes! En lef natuurlijk (trek die oude monstres sacrés toch van hun piedestal, kijk mamma, ik durf). Het boekje met de komplete sonnetten van Shakespeare - dat ik mij deze zomer aanschafte in Strattford-upon-Avon - brandde in mijn kontzakje. Ja, ik beken hier graag: ik draag Zijn sonnetten op mijn lijf (net zoals de hoofdpersoon in de film Sense & Sensibility, maar ik was eerst). Ik stond op het punt de sonnetten in de smoel van mosselmans te duwen, maar dat kon ik Shakespeare natuurlijk niet aandoen. En bovendien: mijn boekje, goud-op-snee, zou dan wel smosselmans' mond op fraaie wijze snoeren, maar het gevaar dat het publiek dit als deel van de act zou begrijpen, vond ik te groot./ Vandaar deze brief. U zult hem natuurlijk niet (of gecensureerd) publiceren, dat soort lef hebt U niet in huis. Of u publiceert hem juist wel, met daaropvolgend enkele giftige zinnetjes van de mossel-man. Over mijn oerkonservatieve refleks, of zo. U doet maar. Het zal me niet weerhouden om - in stilte, smosselmans - te werken aan mijn eigen, ik mag wel zeggen gewaagde vertaling van de grootste liefdespoëzie ooit geschreven: de sonnetten van Shakespeare (mijn ex noemt mijn vertaling subliem, maar daar laat ik me nu niet over uit). Tot slot: waar koopt gij uw mosselen? Ook bij vishandel Klein? En werd dat betaald met geld van de staat? F. Bakkerzeel, Maldegem

Op haar pik getrapt Beste CROX-mensen, samen kennen wij de mosselman/ de mosselman van Scheveningen/ Ik ben een werkloze lerares moderne talen (na een kwarteeuw lesgeven op een jongensinternaat!) en prettig gescheiden van een collega die meent Shakespeare te kunnen vertalen. U begrijpt dat ik het hier over Fred wil hebben. Toevallig las ik zijn lezersbrief aan Uw gazetje en, verontwaardigd, besloot ik één en ander recht te zetten. Om te beginnen -en dit schrijf sans racune- Fred is impotent. Niet daarom ben ik van hem gescheiden (de ware reden neem ik in mijn graf mee), maar ik deel U dit mede omdat het m.i. veel zegt over zijn reactie i.v.m. de fameuze mosselact. Ook ik was die avond in de katakomben van Uw prachtig herenhuis, en, toegegeven, zelf heb ik vooral het optreden van Raymond gesmaakt. Dat Fred zo valt over die ludieke Shakespeare-vertaling heeft weinig te maken met zijn (vermeende) vertaalcapaciteiten. Fred was gewoon op zijn pik getrapt (c'est le cas de le dire) vanwege de keuze van dat sonnet. U weet dat Shakespeare zich in de eerste 126 sonnetten richt tot een jonge edelman van zeldzame schoonheid, door de dichter Lord of my love en Master-Mistress of my passion genoemd. Tijdens de eerste zeventien sonnetten probeert hij de jongeling over te halen zich voort te planten. For where is she so fair whose uneared womb/ Disdains the tillage of thy husbandry? Voelt U'm? Zeker, Shakespeare gebruikt wel een erg direkte metafoor - dat de vrouwelijke schoot door de man moet worden geploegd, zoals een akker door de boer (noot: in het Engels heeft husband een dubbele betekenis: zowel echtgenoot als boer). In dit derde sonnet wordt Freds frustratie dus wel erg rauw blootgelegd. En met het te kakken zetten van Shakespeare wordt ook Fred te kakken gezet. Dat zal elke huis-, tuin- en keukenpsycholoog U kunnen vertellen. Over zijn eigen gewaagde vertalingen kan ik kort zijn: ze zijn subliem slecht. Het enige wat klopt is dat we prettig gescheiden zijn (het is inderdaad prettig gescheiden te zijn van een man die hem niet recht krijgt). Nog veel succes met Uw gewaardeerde tentoonstellingen en de bijwijlen schitterende introotjes (ik herinner me een Schubertvertolker, die ik graag nog 'ns zou horen galmen in Uw katakomben). Liefs, Tine Vermoes, Herdersem

het betere doel Aan de voorzitter van VZW Croxhapox,/ Hierbij sturen wij U de rekening van 4 kilo Zeeuwse mosselen, die U op 28 februari voor een goed doel bent komen halen in onze zaak. Graag de somma van: 4x 129 = 516/ btw = 89/ totaal 6% = 123/ te storten op rekeningnummer 234-67895435-003./ Hoogachtend, Bernard Klein, Vishandel - Een beter doel hadden we zelf ook niet kunnen bedenken.

geen probleem Waarde CROX-redactie, Ik ben in het geheel niet impotent. Voor die laster en eerroof zal ik mijn ex, Bakeljauw Tine, alsnog dagvaarden. In haar lezersbrief, die ik onderscheppen kon (ik liet haar in het zwart bijverdienen als mijn poetsvrouw, onnozele ziel die ik ben) verzwijgt ze enkele essentiële feiten. Tine heet intussen Tinus - maar daar durft ze niet voor uitkomen. Haar operatie in Casablanca heb ik notabene zelf betaald, waarna ik mij graag (=prettig) liet scheiden van haar. Van hem dus. Want het is de schuld van Tinus dat ik 'hem' niet recht kon krijgen tijdens ons huwelijk. Dat zal elke huis-, tuin- en keukenpsycholoog U kunnen vertellen. Het geheim dat ze in haar graf wil meenemen, is U dus bij deze bekend. Sorry Tine, pardon, Tinus. Begrijpt U nu ook waarom, waarde CROX-redactie, zij/hij in het jongensinternaat na 25 jaar viespeukerij (bijna schreef ik 'vies-neukerij') ontslagen werd? Of moet ik er U een tekeningetje bij maken?/ Mijn excuses voor het misbruiken van Uw krant als forum voor deze intieme oorlog, die ik liever voor de rechtbank voeren wil. Van mijn eerste lezersbrief neem ik intussen niets terug. Het zal mij benieuwen of U dit alles publiceren durft. In ieder geval: deze brief krijgt mijn ex niet te lezen. Dat zweer ik U. Bakkerzeel Fred, Maldegem

stel u voor: wij ook Hi there, Croxhapoxers, Al jaren volg ik de kunstscène van zeer nabij. De mooiste tentoonstelling die ik verleden jaar zag was die expositie van kindertekeningen in jullie ruimte. Ik wed dat Beuys er moest van blozen in zijn graf. En Hoet, die mislukte bokser, kan een punt zuigen aan jullie beleid (hij gaat dat casino heropenen met Raveel, stel U voor)./ Volhouden! Want wie in een put kruipt, zal maar een klein stukje van de hemel zien. (Japans gezegd) Dieter Pas, Mariakerke

look in thy sonnet Beste CROX-mensen,/ Een kort postscriptum bij mijn vorige brief over Fred. Ter informatie: Shakespeare schreef in totaal 154 sonnetten, waarvan de eerste 126 gericht waren aan een jonge edelman, de laatste 26 daarentegen aan een mooie, donkere vrouw, die een ontwrichtende haat-liefde bij hem opriep. Was Shakespeare homofiel? Of een twijfelende bi, zoals ik? Ik moet U bekennen dat ik mij onlangs terug heb laten ontmannen (heel even was ik Tinus) in Casablanca -betaald met het garantiegeld. Dat komt: toevallig las ik een voorpublikatie van de laatste 26 sonnette, vertaald door ene Bakkerzeel F. Subliem, zeg ik U, ronduit subliem. En ik kan het weten, want mijn licentiaatsthesis handelde over de sonnetten van S. (Fred is slechts regent, maar dat doet nu niet terzake). Ik voel mij nu terug de mooie, donkere vrouw die ik vroeger was. DANKZIJ SHAKESPEARE. DANKZIJ FRED. EN NIET IN HET MINST DANKZIJ CROXHAPOX./ Toen wij onlangs onze hereniging vierden (ik moet U geen tekeningske maken) dronken wij op de goede afloop, en weet je wat die goeie Freia (ze is niet langer Fred) uitriep? Look in mijn glas! Nogmaals dank/ Tine Bakeljauw, Maldegem