1995. Fritz Van Den Heuvel, alias Joris Vermassen, doet de openingsrede van crox 28, een project met werk van Patricia Smith (US). De openingsrede figureert in Inmiddels Nr 1, de eerste editie van de croxkrant (1995), die overigens slechts twee edities kent. De oplage is beperkte. Alleen de steunende leden, op dat moment 44 stuks, ontvangen een exemplaar.
smakeloos, vulgair en goedkoop
auteur: Fritz Van Den Heuvel
openingsrede crox 28
Geachte toehoorders,
Kunstminnaars,
Toen Hans mij enkele weken geleden vroeg: "Fritz, zou jij de openingsrede willen uitspreken voor onze volgende tentoonstelling?", dacht ik onmiddellijk: God, wat stinkt die man uit z'n bek. En meteen begreep ik ook waarom hij vanavond liever het woord aan iemand anders laat.
Ik heb nooit eerder een tentoonstelling geopend, maar nu weet ik het wel: een tentoonstelling openen is geen sinecure. Ik weet niet of jullie ooit al een sinecure gezien hebben? Wel, ik wel - het was in Alaska in 1983 - en ik kan jullie verzekeren, een sinecure lijkt niet in de verste verte op het openen van een tentoonstelling, integendeel.
Gelukkig heeft Hans - een oude rot zijnde in het openen van tentoonstellingen en als dusdanig bekend met de gebruikelijke gewoontes en plichtplegingen in het kunstmilieu - mij volop gesteund bij min redevoering en hij heeft ook tips gegeven over hoe ik me gedragen moet tijdens de receptie achteraf. Hij heeft me bijvoorbeeld geleerd dat je bij het binnenkomen van een tentoonstelling die geopend wordt nooit eerst naar de werken mag kjken, want dat is zeer onbeleefd tegenover de aanwezigen.
Hij heeft me ook geleerd dat je moet wachten tot de kelner met de toostjes bij jou komt, en niet omgekeerd - en dat je eerst de toostjes moet nemen met die kleine zwarte smurrie, want dat is kaviaar en daar grijpt iedereen direkt naar, dus als je te lang wacht ben je gezien. Maar gelukkig voor mij en voor de Russische steurpopulatie stelt dit probleem zich hier vanavond niet aangezien dit een low budget opening is.
Hans heeft me ook uitgelegd dat het de bedoeling is dat de openingsredenaar van een tentoonstelling zich steeds in positieve bewoordingen uitdrukt ove de exposerende artiest, en ik ben hem heel dankbaar dat hij me daar op attent gemaakt heeft want zelf vind ik het werk nogal smakeloos, vulgair en goedkoop, maar vanavond dus geen kwaad woord daarover!
Hierbij open ik officieel deze prachtige tentoonstelling maar ze sluiten, daarvoor kom ik niet terug.
Ik dank u!