1991. crox 16. De periode op Beverhoutplein 7 wordt afgesloten met drie zelfportetten. Een groepsportret van de personen die van croxhapox een vzw maakten. Jaegerschnitzel, het zelfportret van Hans van Heirseele, is in de ruimte achterin. De tekst die bij het project hoort, maakt deel uit van een publicatie in De Brakke Hond. Op plafond en vloer na is de ruimte ingesmeerd met roet. In dat zwart zijn portretten van Cézanne en Malevitch aangebracht. Het roet kleeft aan de voetzolen van de bezoekers en gaat door de ruimtes zwerven.
ABER EIN JAEGERSCHNITZEL Auteur: Hans van Heirseele. De Brakke Hond nr 31 (1991), blz 75:
Het kunstwerk heeft zowel een esthetische als een ethische code.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
De kunstenaar lokaliseert de tijdsgeest.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
De esthetische verwezenlijking is altijd het resultaat van een voorafgaande ethische decodering.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
Octavio Paz: De poëtische activiteit, die in staat is de wereld te veranderen, is van nature revolutionair.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
Elke tekening is een stadium tussen realiteit en verlangen. De toeschouwer wordt de grond vanonder de voeten weggemaaid en gaat duizelen.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
Nog iets nuttigs, we zijn nu toch bezig. Onlangs verscheen Hondsgras, de Nederlandse versie van Raymond Queneaus roman le Chiendent.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.
Roman Opalka schildert nog slechts cijfers. Witte cijfers, op een achtergrond die volgens een mathematische procédé alsmaar witter moet worden. "Ik schilder het einde van de schilderkunst," zegt hij.
Aber ein Jägerschnitzel ist ein Jägerschnitzel.