discours

'Aangezien steeds drie kunstenaars interactief omspringen met het werk van hun voorgangers, blijft het discours levendig.' (Inge Braeckman over Brainbox, H-art N°14, december 2006)

Fragment uit 'Kunst en onderzoek: een gesprek met Joëlle Tuerlinckx' (Koen Brams & Dirk Pültau, DWR, juli-augustus 2006), blz 6:
J.T.: Vinden jullie ook niet dat de dimensie van het onderzoek tegenwoordig door te veel kunstenaars op de voorgrond wordt geplaats?
K.B./D.P.: Ja, precies.
J.T.: Dan begrijp ik jullie al wat beter. Ik heb de indruk dat het woord onderzoek letterlijk aan het leeglopen is. Stilaan verliest het alle betekenis die er potentieel in vervat zit, de betekenissen die men er ooit aan heeft willen geven of die man eraan dacht te kunnen geven. Ik vind het eigenlijk nogal banaal te zeggen dat een kunstenaar zoekt. Het is het eerste wat je kan voelen wanneer je een atelier binnenkomt: de immateriële sfeer van het onderzoek. Maar nu maakt zowat iedereen aanspraak op dat woord. Het beleeft een inflatie en wordt naar geschoven als een 'strategie'.

1. Het pleistoceens marktdiscours van de als avantgardekunstenaar vermomde kutlulfabrikant. In de wandelgangen van het knuffelknusse contemporaneo krijg je vaker met dinosaurisch discours te maken. Als er geen inhoud is, bestaat het niet, maar daar staat dan weer tegenover dat zelfs een leeg bierblikje inhoud heeft.
2. Het gebakken-lucht-discours. Het ik-weet-nergens-van. In het ene geval omdat hij of zij inderdaad zo goed als niets weet, wat de snuggerste van beiden ook als zodanig toegeven zal, in een ander geval omdat het halsboordje knelt en de persoon in kwestie de overigens niet levensnoodzakelijke informatie waarover hij of zij beschikt niet vrijgeven wil. In sommige gevallen het holle alsof van een zelfverklaard genie.
Het kan op z'n Bommels natuurlijk: deftig, zuinig, zonder grootspraak en terecht erudiet. De pralines van de jetsetkut met de zure smaak van ochtendurine. Net de geur van het urinoir ontbreekt en is er net zo vaak teveel aan.
Het perpetuüm immobile van de in tomeloze ijver over zichzelf uitglijdende gladprater.

discorps Inge Braeckman over het werk van Dirk Zoete: They represent what might be termed a 'discorps', between corpus and discourse, in which assonance and dissonance resonate in one 'perfect' entity. __ Uit Careful Dressage, crox-boek nr 19, Dirk Zoete, blz. 16.